De utopie van de Facility Manager Universalis

07-08-2018

Voelt jij je ook soms overdonderd door de hoeveelheid informatie die voorhanden is? Dat je niet goed weet over hoeveel info je precies moet beschikken vooraleer je met een gerust hart een goede beslissing kunt nemen? Dat je je door de onophoudelijke stortvloed aan informatie juist onwetender en onzekerder voelt dan ooit tevoren?

Voormalig Belgisch premier Mark Eyskens omschrijft dit als de wet van de afnemende relatieve kennis: het gekende stijgt lineair terwijl het kenbare juist exponentieel toeneemt. Tussen beide ontstaat een steeds dieper gapende kenniskloof die niet alleen frustraties opwekt maar ook leidt tot vereenvoudigingen en helaas ook misvattingen. Onze kennismaatschappij produceert zo paradoxaal genoeg juist veel onwetendheid. Overinformatie leidt tot desinformatie.

Hoe moet een Facility Manager zich dan wel niet voelen? Het takenpakket van de Facility Manager is immers zeer breed: er wordt tegenwoordig veel verwacht van hem, hij wordt geacht van alle markten thuis te zijn. Zo is hij bijvoorbeeld niet alleen een geboren organisator, gedreven people manager, aankoper en onderhandelaar; daarnaast moet hij ook beschikken over een gedegen technische bagage. De Facility Manager is een duizendpoot geworden maar hij kan toch onmogelijk alles weten? Hij is toch geen Facility Manager universalis?

Welnee, de Facility Manager moet er in de eerste plaats naar streven om een gelijkwaardige gesprekspartner te zijn in alle gebieden die hij beheert. Hij moet de juiste vragen kunnen stellen aan de experts ter zake. Hij moet snel inzicht verwerven in gespecialiseerde projecten, zonder zelf te vervallen in de expertenrol. Een goede, brede basiskennis is dus onontbeerlijk om deze uitdaging aan te kunnen.

Maar vooral: in onze steeds complexere wereld moet de Facility Manager zich laten omringen door mensen met de juiste, specialistische kennis om zo onderbouwde keuzes te kunnen maken. Zich laten bijstaan door onafhankelijke adviseurs doet overigens niets af aan zijn eigen kennis en kunde, het is zelfs een slimme zet om een nog beter resultaat te bekomen voor zijn bedrijf.

En als hij het echt niet meer weet, kan hij altijd teruggrijpen naar de wijsheid van slimmerds die hem voorgingen. Zo is er bijvoorbeeld Colin Powell, bekend strateeg en leider, die de 40-70-regel hanteerde bij moeilijke beslissingen. We twijfelen allemaal wel eens. Bang om fouten te maken, blijven we naarstig informatie verzamelen in een poging het perfecte beeld te construeren. Colin Powell gaf zijn buikgevoel een stem en hanteerde een simpele vuistregel: neem je beslissing wanneer je beschikt over 40 tot 70% informatie. Met minder dan 40% is de kans op fouten te groot, maar wanneer je té lang wacht, verlies je momentum.

Ik wens je dus veel momentum toe.

- Blog geschreven in opdracht van Kluwer Opleidingen -